#fokusmilieu
Het witte blad wordt steeds groener
Het maagdelijk witte blad is niet altijd even ‘schoon’. De drukkerswereld heeft een stevige milieu-impact. Al komt daar stilaan verandering in, want ook in de grafische sector ligt de nadruk steeds meer op duurzaamheid.
In een wereld waar grondstoffen schaarser en duurder worden, zetten steeds meer bedrijven in op een duurzamer economisch systeem. Uit een steekproef van SERV, het overlegorgaan van de sociale partners, blijkt dat bedrijven steeds doordachter omspringen met hun grondstoffen en materialen, en ze waar mogelijk zelfs recupereren of recycleren.
Ook in de printsector werd het productieproces de voorbije jaren duurzamer. Daarbij heeft de sector zijn voornaamste grondstof alvast mee: papier is een natuurlijk product dat zich helemaal thuisvoelt in een circulaire economie. Een aanzienlijk deel van al het geproduceerde papier en karton wordt vandaag dan ook al van gerecycleerde vezel gemaakt. “Al wil dat nog niet zeggen dat al die producten ook duurzaam zijn”, merkt Manu Lemeur, zaakvoerder van drukkerij Zwartopwit fijntjes op. “Papier kan niet eindeloos gerecycleerd worden. Om de kwaliteit te bewaren moeten er toch verse houtvezels aan toegevoegd worden. Gelukkig kan ook dat ecologisch verantwoord gebeuren als je kiest voor hout uit duurzaam beheerde bossen.”
Recyclage is één ding, maar om volledig duurzaam te worden zal de drukkerswereld meer inspanningen moeten leveren. De traditionele druktechnieken gaan immers vaak samen met het gebruik van schadelijke chemische stoffen.Terwijl ook dat heel wat schoner kan, zo bewijst Zwartopwit: “Onze inkt is al enkele jaren op basis van plantaardige in plaats van minerale olie, en in volle coronacrisis besloten we te investeren in een duurdere, maar duurzamere procesloze ontwikkeling. Zo namen we afscheid van de aluminium offsetplaten die in een milieuonvriendelijk chemicaliënbad ontwikkeld moeten worden en besparen we bijna één miljoen liter per jaar.”
"Drukwerk draait om emotie, het moet kwalitatief zijn én de moeite om minstens één week bij te houden."
Restproducten uit andere sectoren
Niet elke drukkerij kan of wil zijn dure drukpersen, met bijbehorende chemische werkwijzen, zomaar bij het grofvuil zetten, maar zelfs dan nog kan de sector verduurzamen. Door papierverlies te beperken, bijvoorbeeld. “Door efficiënter te drukken gaat er heel wat minder papier verloren”, bevestigt Lemeur. “Is er toch nog restpapier? Dan gaat een groot deel ervan naar de onderneming Redopapers, die er notitieboeken en blocnotes van maakt. Vroeger kwamen ze die restjes oppikken, vandaag hebben we ons productieproces zo georganiseerd dat Redopapers een melding krijgt wanneer er een reststuk is, zodat ze dat meteen kunnen laten bedrukken, samen met het drukwerk van onze andere klanten. Die stroomlijning zorgt voor nog minder restafval.”
Je kunt als drukker ook de restproducten uit andere sectoren van de afvalberg redden. Papier van houtafval, stro of zelfs aardappelzetmeel: het kan allemaal. “Het jaarverslag van Natuurpunt drukten we in 2018 op graspapier, gemaakt van het maaisel van natuurgebieden vermengd met houtvezels”, vertelt Lemeur. “Ook vandaag bieden we nog producten in dat graspapier aan. Dat is een mooie aanvulling op het gamma.”
Hoe groen het papier ook is dat uit de drukpers rolt, die machine zelf blijft vaak een gulzige energieslurper. En dan zijn er ook nog de bestelwagens die de leveringen moeten rondbrengen en het woon-werkverkeer van de vele noodzakelijke medewerkers. Wil de printsector zijn duurzame ambities waarmaken, dan neemt het dus best ook zijn CO2-uitstoot onder de loep. “Hier nemen we onze baseline ‘duurzaam drukwerk’ alvast heel serieus: 100 procent groene stroom, zonnepanelen, een ambitieus fietsbeleid voor onze medewerkers, minder vrachtwagens op de baan... En wat we toch nog uitstoten, compenseren we via natuurprojecten. Sinds 2016 zijn we dan ook volledig CO2-neutraal.”
Minder drukken
Wat de voetafdruk van de sector ook kan verkleinen is, heel eenvoudig, minder drukken. Want valt er toch niet té veel ongevraagd drukwerk in de bus? “Ik heb al jaren een sticker ‘geen ongeadresseerd reclamedrukwerk’ aan mijn brievenbus hangen, en dat voor een drukker”, lacht Lemeur. “Het is waar: er wordt te veel in het wilde weg rondgestuurd. Daarom is ons uitgangspunt: drukwerk draait om emotie, het moet kwalitatief zijn én de moeite om minstens één week bij te houden.”
De omslag naar meer duurzaamheid hoeft trouwens niet alleen uit de sector zelf te komen. Ook de klant en eindgebruiker kunnen ertoe bijdragen. “Grote merken kunnen met hun duurzaamheidsambities de sector alleen maar meer in beweging zetten. Zeker bij verpakkingsdrukwerk zien we dat de stijgende interesse in duurzame voedingsmiddelen zorgt voor een grote vraag naar duurzaam papier en karton, waarop ook niet zo nodig vervuilende lak of folie moet”, klinkt Lemeur positief. “En bij de klant draait het vooral om heldere, eerlijke communicatie: uitleggen waarom een bepaalde papiersoort of specifiek productieproces duurder maar ook beter is. Zo blijft er een schone toekomst voor drukwerk weggelegd.”
#fokusmilieu
Zwartopwit biedt al meer dan 20 jaar kwaliteitsvol drukwerk aan via hun webshop. Achter het online verhaal schuilt de ‘echte’ drukkerij in Herenthout met 86 jaar aan ervaring. Bijna 100 medewerkers tonen er hun expertise en liefde voor het vak. Sinds 2016 mag Zwartopwit zich 100 procent CO2-neutraal noemen – van de prepress, over de afwerking, tot de levering. Zo maakt het hun slogan ‘duurzaam drukwerk’ volledig waar.
Dit artikel verscheen eerst in De Standaard van 3 juni 2021.